
‘Ik ben serieuzer dan mensen soms denken’
Als heel klein meisje wist ze zeker dat ze de bühne op wilde. Een raak voorgevoel, want twintig jaar lang maakte ze furore met cabaretgroep Vrouw Holland. Samen met haar collega’s – drie vrouwen, één man – liet ze zien dat er niets klopt van het hardnekkige misverstand dat humor niet alleen voorbehouden is aan mannen (‘Vrouwen zijn júist heel grappig’). Inmiddels is het kristalhelder dat theatervrouw Karin Noeken nog véél meer kan dan alleen grappig zijn. Momenteel zit ze midden in de voorbereidingen met alweer de derde editie van het project ‘De Wijk De Wereld’ en haar eigen solovoorstelling ‘DNA’.
We spreken haar in The Student Hotel, waar de geboren en getogen Groningse vaker komt voor koffie. We moeten een beetje opschieten: Karin moet straks even weg voor een afspraak omtrent de Wijk De Wereld. Terwijl ze roert in haar cappuccino, vertelt ze over het ontstaan van haar grote liefde: theater. ‘Op de lagere school gingen we naar een voorstelling in de Stadsschouwburg. Daar was ik zo door betoverd. Ik dacht: ‘Dit wil ik hoe dan ook later ook’.
Het wereldje
Thuis kreeg Karin weinig mee wat betreft kunst en cultuur. ‘Kijk, nu zijn er natuurlijk heel veel cabaretiers en kun je op YouTube al je favorieten opzoeken. Dat was er toen helemaal niet.’ Omdat er ook niet zoiets als een jeugdtheaterschool bestond, kwam ze pas op haar achttiende als student aan Artemis Hogeschool voor de Kunsten voor het eerst in aanraking met de kunstwereld. Haar ouders steunden haar keuze om de opleiding tot theaterdocent te volgen. ‘Ze hebben vast wel een keer zoiets gedacht als: ‘Ga je daar wel geld mee verdienen?’ Maar ze wilden vooral dat ik iets ging doen waar ik heel blij van werd.’
Zeg eens iets grappigs
En blij, dat werd ze. Karin: ‘Ik heb daar mijn eigenheid en mijn eigen talenten kunnen ontdekken. Ik bleek niet alleen het spelen leuk te vinden. Ook het lesgeven en regisseren lag me.’ De eerste keer dat ze op een podium stond, kan ze zich nog herinneren. ‘Dat was tijdens een uitvoering op de opleiding. Ten overstaan van alle ouders, familie en laatstejaars stond ik daar op het podium. Ik dacht: ‘Ik kan nu eigenlijk ook weggaan. Zó zenuwachtig was ik.’ Maar het optreden bleek veelbetekenend te zijn voor de rest van haar carrière. ´Ik kwam erachter dat mensen me grappig vonden. Ik hoefde maar iets te zeggen en mensen moesten al lachen. Dat ben ik toen veel meer gaan inzetten.’ Dat had ook één nadeel. ‘Vroeger werd mij weleens gevraagd op feestjes: ‘Zeg eens iets grappigs?’. Mensen dachten dat ik altijd grappig was. Heel irritant: ik ben serieuzer dan mensen soms denken. Al trek ik dit soort dingen minder aan nu ik ouder ben.’
Heel Nederland mag het weten
Na de afronding van haar Artez-avontuur besloot Karin zich te scholen in zang aan het Groningse Conservatorium. Lang hield ze het daar niet uit. ‘Ik had het eigenlijk wel gehad met dat schoolse: docenten en zo.’ Haar leven kreeg een andere wending toen ze Gabriëlle Glasbeek, José Zwerink en Marieke Klooster ontmoette tijdens een theaterproject. Karin verliet de schoolbanken en trok er met hen – en even later ook pianist Reinout Douma – op uit om podia in heel Nederland te veroveren. ‘Je hoort het weleens: vrouwen hebben geen humor. Daar klopt niets van. Wij dachten juist: ‘Wij zijn hele grappige vrouwen, dat mag heel Nederland weten!’
‘Dat is toch alleen voor vrouwen?’
Onder de naam Vrouw Holland toerde het vijftal door het land met hun shows over allerhande thema’s uit het leven. De naam van de groep impliceerde misschien vrouwencabaret voor een vrouwenpubliek. Toch veroverden zij ook de Nederlandse man met hun soms grove humor. Misschien was het ook een kwestie van wennen? Met ironie in haar stem: ‘Mannen kijken natuurlijk altijd naar elf mannen op een voetbalveld, en nu moeten ze ineens naar vier vrouwen op het toneel kijken.’
Dit was het moment
Twintig jaar lang deelde het cabaretgezelschap kleedkamers en podia, groeiden ze met elkaar op en werden ze volwassen. In 2017 besloten ze dat ’t kloar was. ‘Het stoppen na zoveel jaren was goed. Je moet elkaar wel wat te vertellen hebben, dat was toen wel op.’ Ten tijde dat de groep overwoog te stoppen, werd Karin ziek. Het was ernstig. ‘Ik had kanker. Maar ik heb veel geluk gehad, en ben hersteld.’ Ze denkt dat haar ziekte het proces om met Vrouw Holland te stoppen heeft versneld. ‘Ik wilde wat anders doen, en al heel lang een solovoorstelling over mijn familie maken. Tijdens mijn ziekte dacht ik dat het voorbij was. Dat het mij nooit meer zou lukken, dat ik dat nooit meer kon doen. Toen ik weer beter werd, wist ik dat dit het moment was.’
‘Het kan ook je achter-achter-achternicht zijn’
Die solovoorstelling kreeg de naam ‘DNA’. Haar ziekte leverde haar daar de inspiratie voor. ‘Voor mijn onderzoeken moest ik bloedprikken en informatie geven over mijn familiegeschiedenis. Ik kwam erachter dat ik daar maar heel weinig over kon vertellen, en ben op onderzoek uitgegaan. Mijn research leverde mooie verhalen op: mijn familie heeft best bijzondere dingen gedaan. Zo bleek een achternicht van mijn vader een soort ‘Mata Hari’ te zijn: reisde met een sjah de hele wereld over, en bleek waarschijnlijk te werken voor de Duitsers én het verzet.’ Met het vertellen van haar familiehistorie hoopt Karin mensen iets mee te geven. ‘De media lichten alle negativiteit uit. Mensen zijn soms zo hard voor elkaar. Ze reageren heftig en schelden elkaar verrot. Ik denk: ‘We zijn allemaal met elkaar verbonden. Doet iemand iets dat je misschien niet helemaal zint, probeer dan voordat je gaat schelden eens te denken: ‘Het is mijn achter-achter-achter-achternicht.’
Ook achter de schermen
De recorder staat al even uit, maar inmiddels is Karin terug geracet van haar afspraak. Wanneer ze weer rustig zit, vertelt ze over haar werk áchter de schermen als artistiek leider van Theatergroep De Steeg. ‘Ik begeleid veel jonge acteurs en aspiranten. Die jongeren willen nog zoveel leren, zijn hun plek in de wereld aan het ontdekken. Ik vind het leuk om onderweg een beetje mee met hen mee te lopen en hen iets te geven, zodat ze weer verder kunnen.’
‘Wie ben jij?’
Op een tien jaar durende uitstap naar Amsterdam na heeft Karin haar hele leven in Groningen gewoond. Toch gaan er in haar eigen vertrouwde stad nog steeds werelden voor haar open. Dat heeft te maken met haar project ‘De Wijk De Wereld’, waarvan de derde editie in november dit jaar van start gaat. Deze editie trekt ze met haar gezelschap de Groningse wijk Beijum in om samen met de buurtbewoners een half jaar lang te werken aan een voorstelling. Deze wordt in juli 2020 in de Stadsschouwburg uitgevoerd. Karin: ‘Het grappige is dat mensen het liefst in hun wijk zijn, en niet bijvoorbeeld in de binnenstad. Ze willen elkaar wel ontmoeten, maar dat gaat vaak niet vanzelf. Met dit project brengen we ze bij elkaar.’
Wie ben jij?
Ze benadrukt dat zij en haar collega’s geen maatschappelijk werkers zijn. ‘We benaderen mensen niet met dingen als: “Je bent aan de drank, je hebt schulden of je bent een vervelende hangjongere”. Nee, het draait echt om de vraag: “Wie ben jij?” Vorig jaar was er bijvoorbeeld een man die verslaafd was geweest. We kunnen het daar over gaan hebben maar hij bleek óók hele mooie liedjes te kunnen maken. Dat is veel interessanter.’
Ze vindt het jammer dat mensen haar vragen of de effecten van het project De Wijk De Wereld te meten zijn. ‘Als er resultaten zijn, dán wordt het pas interessant. Maar wat wij doen, is niet te meten. Tenzij je echt meeloopt: dan zie je dat het wonderen doet. Mensen gaan door dans en muziek even ‘uit hun hoofd’. Maar daarnaast voelen ze zich echt anders in de wijk. Ze ontmoeten elkaar sneller en spreken elkaar makkelijker aan. Zien elkaar bijvoorbeeld tijdens koffie-ochtenden of doen andere dingen samen. Er gebeurt gewoon iets: dát is kunst en cultuur.’