Klaas Werumeus Buning: ‘Met mijn kunst kan ik de tijd vangen’

Kunstenaars, artiesten en muzikanten zijn vaak markante persoonlijkheden. Met eigen visies en levensstijlen waaruit hun werk ontspruit. Zo ook de Friese kunstschilder Klaas Werumeus Buning. Vanuit het kerkje in zijn woonplaats Pietersbierum werkt hij dagelijks aan zijn schilderijen waarmee hij de tijd “vangt” in een doek. Werumeus Buning is een kunstenaar met een groot hart, mooie verhalen en een bijzondere visie op zijn werk en leven.

Tekst: Walter de Boer | Fotografie: Simon van der Woude

Bijzonder hoe een contact tot stand kan komen. Mijn zwager en schoonzus kochten onlangs een schilderij bij de kunstenaar waarna mijn interesse werd gewekt. De donkere dagen voor kerst was de afspraak gemaakt en in de tweede week van januari stond ik bij hem op de stoep in het Friese Pietersbierum.

Bij binnenkomst is Werumeus Buning (Workum, 1955) meteen hartelijk en geïnteresseerd. We starten met koffie, krentenbollen en het interview in zijn knusse woonhuis naast het kerkje middenin het dorp. ‘Als het kon zou ik wel negen levens willen hebben’, vertelt Werumeus Buning. Het tekent zijn enthousiasme en zijn interesse die verder gaat dan alleen de kunst die hij maakt. Bij ieder werk of periode heeft hij wel een verhaal, een anekdote of hij loopt naar de boekenkast om iets te laten zien of zijn verhaal te illustreren. En als hij het even niet meer weet pakt hij zijn logboekjes erbij. ‘Dat doe ik al jaren. In korte stijl noteren wat ik op een dag doe. In grote lijnen, zodat als mijn brein het even niet weet mijn aantekeningen erbij kan halen. Ook bewaar ik krantenknipsels. Hartstikke handig.’

Dichtgeplakte wereld

‘Ik ben pas op latere leeftijd met schilderen begonnen’, begint Werumeus Buning zijn verhaal. En dat heeft alles met zijn afkomst te maken. Hij groeide op in Workum in de Zuidwesthoek van Friesland, waar zijn ouders een boerderij hadden. ‘Ik kom niet uit een milieu waarbij kunst en museumbezoek bij de wekelijkse activiteiten hoorden. Mijn ouders en vooral mijn vader waren gericht op paarden. Dat ging eigenlijk voor alles. Je kunt dus wel stellen dat de wereld hier was dichtgeplakt. Het enige venster op de wereld was de Leeuwarder Courant met toen alleen nog maar zwart-witfoto’s. Het leven was sober en geïsoleerd.’

Pas tijdens een studiereis op de middelbare school kwam hij in een museum in Luik in aanraking met kunst. Het was een omslagmoment voor hem. ‘Daar stapte ik een zaal binnen met een heel groot impressionistisch schilderij dat me ongelooflijk trof. Vooral het feit dat je in een niet-bestaande wereld kon rondlopen en dat de tijd vastgehouden werd, hield me bezig. Je kon weglopen maar ook weer terugkomen in die wereld. Heel bijzonder en dat heeft me lang beziggehouden.’

Man in Bloei

Toch duurde het nog jaren voordat hij ontdekte én besefte dat hij zelfstandig werkend kunstenaar wilde zijn. ‘Ik tekende wel, maar het kwam niet in mij op er mijn werk van te maken. Ik deed het vooral voor mezelf en als heel bijzonder beschouwde ik het niet; ik dacht dat tekenen iets was dat iedereen wel kon. Toen ik op een gegeven moment opdrachten kreeg, kwam het omslagpunt en besloot ik mijn techniek te ontwikkelen.’ In eerste instantie besloot hij in Den Haag, zijn toenmalige woonplaats, in de avond lessen te volgen aan de Vrije Academie. Terwijl hij overdag als bibliothecaris werkzaam was in de strafgevangenis in Scheveningen –  en daar in contact kwam met dé Heineken ontvoerders, enkele Molukse treinkapers en Ferdi E., bekend van de ontvoering en moord op Ahold-directeur Gerrit Jan Heijn, werkte hij ’s avonds aan het ontwikkelen van zijn talent. ‘Ik heb een fantastische en stimulerende tijd gehad.’

Bovendien was het voor hem een opstap om zich verder te ontwikkelen. ‘Uiteindelijk betrad ik op leeftijd waarop Jezus opstaat uit de dood, mijn “paradijs” aan de Princessegracht, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.’ Hij studeerde er aan de avondopleiding van 1987 tot 1992. Het was ook het moment dat hij het schilderij: “Man in Bloei” maakte en waarvan er later nog twee delen zouden volgen.

Eigen verhaal

Ondanks dit bijzondere momentum begon Werumeus Buning niet meteen als zelfstandig kunstenaar. Steeds bleef hij zijn werk als kunstenaar combineren met een betaalde baan. Na zijn verhuizing naar Leeuwarden, begin jaren negentig en met romantische motieven, vond hij een atelier in de Friese hoofdstad en lukte het hem om zijn werk met gehandicapten te combineren met zijn werk als kunstenaar. Hij legt uit: ‘Ik had het voor elkaar om twee derde van de tijd met de kunst bezig zijn en dat was een goed compromis voor mij. Bovendien werd het solo kunstenaarschap heel romantisch afgebeeld als “lekker creëren en scheppen vanuit het niets” en dat was, op dat moment, niet wat ik wilde.’

Ondanks zijn eigen, realistische beeld van het kunstenaar-zijn, is hij sinds de start al eigenlijk meteen succesvol. ‘Zeker in het begin vond ik meteen aansluiting bij de figuratieve schilders als Pieter Pander en Douwe Elias. Hun figuratieve werk was zeer geliefd bij galerieën, terwijl de “officiële” kunstwereld in die tijd vooral gericht was op de moeilijke, conceptuele en avantgardistische kunst, waar mensen geen bal van snapten omdat het simpelweg niet werd gekocht. Alleen de geoefende kijker kon er wat mee’, legt hij uit. Toch was het niet alleen maar positief dat hij in dezelfde hoek werd geschaard als Pander en Elias. ‘Ik wilde ook vooral mijn eigen verhaal vertellen.’ Dat lukte in 2005 en dat was tevens het jaar dat Werumeus Buning besloot echt voor zichzelf te gaan. ‘Ik dacht toen: als mijn carrière echt wat moet worden, dan moet ik daar ook vol voor gaan en niet voor vijftig procent, dan blijft het half. Ik heb destijds alles op alles gezet en dat heeft gewerkt.’

Winteratelier in de kerk

Sinds 2005 werkt de kunstenaar in een kerkje uit 1845 in het Friese Pietersbierum dagelijks aan zijn schilderijen. Het kerkje, waar hij op werd gewezen door zijn vriend en inspirator Elias, kocht hij voor een symbolisch bedrag, met de belofte het op te knappen. Uiteindelijk is het is in de loop der jaren is gerestaureerd. Werumeus Buning heeft er, zo vertelde hij vorig jaar in een interview met het Friesch Dagblad, het mooiste atelier van Nederland. Hij werkt er in een soort van “skybox” die in de winter prima te verwarmen is. Het winteratelier staat er vol met boeken, uiteraard zijn schildersezel en het kacheltje brandt er aangenaam. Bovendien bieden de ramen een prachtig zich op de ruimte rondom de kerk.

‘In de zomer is het schip van de kerk een heerlijke koele plek om te werken. Het is echt een plek vol verbeelding en verhalen.’ In de winter gebruikt hij het voornamelijk om zijn werken te exposeren. Aan de muren en op panelen die staan opgesteld in de ruimte hangt zijn werk, waaronder de portretten die hij maakte van zijn ouders. Het is ook de plek waar hij in 2005 het tweede portret van “Man in Bloei” maakte waarmee hij wilde verbeelden dat hij als fulltime als kunstenaar aan de slag ging.

In 2018 schilderde hij zijn derde “Man in Bloei”. Werumeus Buning: ‘Dat komt vooral doordat ik nu op een moment van mijn leven ben dat ik de inkomsten minder nodig heb. Ik voel me vrij om te experimenteren, alsof ik in een laboratorium ben. Dat experimenteren doet hij met steeds abstracter werk. ‘Bijvoorbeeld met de glazen kassen waarmee ik nu nog aan het werk ben’, legt hij uit terwijl we door de kerk lopen. ‘Het werk draait om een spel tussen binnen en buiten die in een kas door elkaar lopen. Iedereen kan er weer wat anders in zien. En dat is prima. Steeds weer andere kleuren en sferen. En dat is precies wat Werumeus Buning met zijn werk voor ogen heeft: mensen meenemen in andere werelden en ze aanzetten tot dromen. ‘Zoals ik dat zelf, toen ik jong was, ook heb ervaren. Het stilzetten van de tijd en daarin te verdwijnen of steeds weer terug te kunnen keren.’

 

‘Ontvankelijk voor ideeën en dromen’
Het werk van de Friese kunstenaar Klaas Werumeus Buning is divers. In zijn werk kiest hij voor verschillende onderwerpen: van een schilderij van zijn toenmalige vriendin, paarden in een kerk en uitvergrote handen of een strandlandschap van Terschelling. Zijn inspiratie haalt hij uit de dingen op hem heen. Bijvoorbeeld van andere kunstenaars. Werumeus Buning: ‘En soms komt het onderwerp door via dromen of vallen er beelden in als ik ‘s ochtends wakker word. Als je er bewust naar opzoek gaat wil het meestal niet. Het gaat er vooral om dat je er ontvankelijk voor bent.’

Toch is er soms vooraf nog helemaal niet duidelijk wat het onderwerp is. ‘Dan begin ik met het schilderen van “vlekken” waarna er haast vanzelf een werk ontstaat. Ik bedoel: toeval krijgt ook een kans in mijn werk.’ Schilderen doet Werumeus Buning vooral in de avond en meestal met muziek aan. ‘Die muziek brengt mij in een andere stemming. De normale, redelijke en logische kijk op de dingen op mij heen kan ik dan beter loslaten en ik ben eveneens ontvankelijker voor ideeën. De betere werken komen als je dingen loslaat, dan is het net of je wordt “aangeraakt”.’

Maar wat doet het maken van kunst nu eigenlijk met de schilder? ‘Ik heb het idee dat ik iets weergeef van dat ik besta. Op die manier ben ik niet alleen een consument van de werkelijkheid, maar voeg daadwerkelijk iets toe. Je zou kunnen zeggen dat ik met mijn schilderijen mijn DNA doorgeef.’

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: