
Magisch Montenegro: waanzinnige bergen en helderblauwe zeeën
“Montenegro, dat is toch daar ergens in de Balkan, in Joegoslavië?” Dit was bij uitstek de reactie die wij kregen nadat we vertelden naar Montenegro op vakantie te gaan. Nou ja, vakantie, vakantie… Beter gezegd een roadtrip door Montenegro en omliggende landen. Vroeg opstaan, veel kilometers afleggen, veel zien, veel doen, veel ontdekken en lekker (en goedkoop!) eten.
Er zit terdege een kern van waarheid in de opmerkingen die we kregen, maar uit deze reacties konden we al gauw opmaken dat maar weinig mensen op de hoogte zijn van het hoe, wat en waar van Montenegro. Zonde! Montenegro is werkelijk beeldschoon en zeker een aanrader voor elk type vakantieganger. Lekker aan het strand liggen, hiken in de bergen, cultuur snuiven of struinen door steden, actief of juist niet: in Montenegro kan het allemaal.
Hoe zat het ook alweer? Voordat we beginnen met het hoe en wat van de roadtrip, gaan we even terug in de tijd. Naar 2006 om precies te zijn. Want in dit jaar werd Montenegro pas onafhankelijk. In de decennia daarvoor kent het land een rijke geschiedenis, waarin het tot 1992 deel uitmaakte van Joegoslavië en daarna verder ging als de Federale Republiek Joegoslavië samen met Servië. Slovenië, Kroatië, Macedonië en Bosnië-Herzegovina werden vanaf dat moment onafhankelijk. In 2003 veranderde de Federale Republiek Joegoslavië in Servië en Montenegro, een losse unie tussen twee deelrepublieken. Pas drie jaar later werd Montenegro volledig onafhankelijk.
Ze waren dan wel onafhankelijk, maar hadden geen eigen valuta. Tot 2002 maakten ze gebruik van de Duitse mark. Toen die van de markt gehaald werd en veranderde in de euro, kreeg Montenegro toestemming deze muntsoort ook te gebruiken. Montenegro en buurland Kosovo zijn tot op de dag van vandaag de enige landen buiten de EU die de euro gebruiken zonder een overeenkomst met de EU.
Paspoort in de aanslag
Voor het gemak zijn wij de reis begonnen in Dubrovnik, Kroatië. De echte Game of Thrones-liefhebber weet waarom. En ja, die onwijs commercieel uitgemolken Game of Thrones-tour hebben wij ook gedaan. En dat was overigens hartstikke leuk. Dubrovnik is een fantastische stad, maar is door het succes van de eerdergenoemde serie eigenlijk overrompeld door de enorme toestroom van toeristen. Er is te weinig ruimte. Parkeren in de stad is praktisch onmogelijk, dus zochten wij een plek om te overnachten in Sustjepan, zo’n vijf kilometer buiten de stad aan een prachtige baai met een fantastisch uitzicht. De bus stopt voor de deur en brengt je in tien minuten voor maar twee euro (vijftien Kroatische kuna) naar het centrum. Id-e-aal!
Na ons korte Kroatië-avontuur gaan we de grens over. We worden gewaarschuwd door locals dat de wachttijden bij de grens kunnen oplopen tot vijf uur, dus gaan we bewapend met genoeg water en eten die kant op. Het blijkt reuze mee te vallen: binnen tien minuten rijden we al in Montenegro. Eerste stempel in ons paspoort is binnen. First stop: Kotor.
Kotor
Kotor is een ommuurde stad aan de gelijknamige baai. Eén van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Montenegro is de zogenoemde “ladder” in Kotor: een weg met tientallen haarspeldbochten die uitzicht biedt op de stad en de baai en die je alleen te voet kunt afleggen. In het hoogseizoen legt in de haven elke dag een cruiseschip aan waar ’s ochtends een hoop toeristen worden “uitgeladen”. Rond etenstijd zijn al die toeristen net zo snel weer verdwenen. Daarvoor en daarna is het nagenoeg uitgestorven. Op de tientallen katten na: die hebben een luizenleventje in het stadscentrum.
Een bijzonder verhaal, overigens. Ze zijn van niemand, maar toch van iedereen. Ze krijgen te eten van restaurantpersoneel en worden verzorgd door de mensen van het Kattenmuseum. Een local legt uit: ‘De katten houden de muizen weg. Daar zijn restauranteigenaren maar wát blij mee. Doordat Kotor aan het water ligt, hadden we regelmatig te maken met muizenplagen als het water stijgt. Maar nu niet meer, dankzij alle katten.’ Ze liggen de hele dag te slapen, zijn niet bang of schuw en worden nergens weggejaagd. Ga je naast een kat zitten op een bankje? Kruipt ‘ie direct op je schoot. Een heus kattenwalhalla, dus!
Nikšić
Volgende stop: Nikšić. Of eigenlijk een hotel vlakbij Nikšić, in een stukje niemandsland. Dit hotel (Sokoline) is er één in de klasse moet-je-geweest-zijn. Gebouwd op een klif, met kilometers uitzicht over berg en dal. Op het dakterras kun je, onder het genot van een wijntje, genieten van een sublieme zonsondergang. Maar voordat we hier aankomen, maken we een klein uitstapje over de grens. We rijden we Bosnië en Herzegovina in, richting het plaatsje Trebinje. Een prachtig klein stadje met weinig toeristen, waar op sommige plekken de littekens van de oorlog nog duidelijk te zien zijn. Ook wisselen we hier weer van valuta. Waar we begonnen met de Kroatische kuna en daarna de euro gebruikten in Montenegro, moeten we nu betalen met de Bosnische mark.
Na een lunch in het dorpje Trebinje rijden we weer terug naar Montenegro. Weer twee stempels erbij in onze paspoorten. Na uren over smalle bergweggetjes te zijn gereden, komen we aan bij het hotel: Hotel Sokoline. De reden dat we overnachten op deze afgelegen plek is het Ostrog-klooster, waar je alleen kunt komen door een nog smallere, bochtige weg te volgen en vervolgens een stuk te klimmen. Het klooster is een waar pelgrimsoord voor orthodoxe en katholieke christenen, met name doordat het in doeken gewikkelde lijf van de heilige Sveti Vasilije Ostroški hier te bezoeken is.
De reis vervolgt zich over de grens: we maken een tussenstop in Albanië. Nog een stempel erbij en weer een snelle grensovergang. Ook hier wisselen we weer van valuta en betalen we met de Albanese lek. We blijven twee nachten in de plaats Shkodër, in Noord-Albanië, voordat we teruggaan naar Montenegro.
Ulcinj en Budva
Terug in Montenegro doen we de kustplaats Ulcinj aan, waar het langste zandstrand van de Balkan te vinden is. Zo’n twaalf kilometer aan hagelwit strand met palmbomen, rieten hutjes en ligbedden . Na al het reizen en de drukte van de steden is relaxen op het strand een welkome afwisseling. Ulcinj is divers: naast de stranden is er een groot natuurpark te vinden en is de binnenstad druk en gezellig, met ouderwets ingerichte straten en moderne kroegjes en clubs. Hier zijn de locals, in tegenstelling tot de andere plaatsen, beter ingesteld op toeristen, maar merken we dat het nog lang geen commercieel bolwerk is zoals het Spaanse Lloret de Mar.
Dat is mooi, want daar zijn we ook niet naar op zoek. Juist die authenticiteit maakt Montenegro aantrekkelijk. Ulcinj wordt verder gekenmerkt door oude Turkse patriciërshuizen, moskeeën, de met mozaïeken versierde burcht Ratislava en de massieve vestingmuren. Van de ene kustplaats rijden we door naar de volgende en belanden we in Budva, de meest toeristische kustplaats van Montenegro. Hier is alles nieuw, schoon en netjes, mede door de aardbeving in 1979, waarna het acht jaar duurde voordat de oude stad volledig herbouwd was. Ook Budva heeft een strand en tal aan uitgaansmogelijkheden, kroegen en restaurants.
De laatste nacht van de rondreis brengen we door in het Kroatische Cavtat, de meest verrassende tussenstop van de reis. Cavtat ligt op zo’n vijf kilometer van Dubrovnik airport en aangezien onze vlucht nog voor zonsopgang zou vertrekken, lijkt het ons slim enigszins dichtbij te vertoeven. Cavtat ligt aan een baai met een kleine haven, waar enorme privéjachten zijn aangelegd. De restaurants verdienen qua uiterlijk en kwaliteit minstens een Michelinster en de “vakantiegangers” zien er allemaal minstens zo netjes uit. Het dorpje staat nauwelijks aangegeven op de kaart, maar lijkt een verzamelplaats voor de voornamelijk Engelse elite. We kijken onze ogen uit naar de pracht, praal en de luxe die hier te vinden is.
Montenegro, Kroatië, Bosnië en Herzegovina en Albanië zijn stuk voor stuk prachtige, ruwe diamanten. We reden door de bergen en langs diepe kliffen, zagen de meest blauwe zee (door de blauwe plankton, leerden we), zagen ongerepte natuurgebieden, lachten met locals en mochten een kijkje nemen in de geschiedenis van deze bijzondere landen. Wij zijn een bijzondere ervaring rijker!
Tekst: Sharon Bremer
Fotografie: Thomas Benes & Sharon Bremer