Kleurrijk Marokko: het land met duizend-en-één gezichten

“Marhaba!”, zoals de lokale bevolking je vrolijk toeroept. Hallo! Hallo, en welkom in het land van duizend-en-één culturen: Marokko. Waar de landschappen uiteenlopen van bloeiende amandelbomen in groene valleien tot oases in de gortdroge Sahara. Waar de wegen leiden door het Atlasgebergte, langs honderden olijf- en sinaasappelbomen naar stranden en gedecoreerde paleizen. Waar je ogen en oren tekort komt in de indrukwekkende moskeeën en de chaotische drukte van de eeuwenoude medina’s.

Tekst: Sharon Bremer
Fotografie:
Thomas Benes/Sharon Bremer

De reis die we gaan maken, loopt door de zogenoemde “Koningssteden” van Marokko. Dit zijn er vier, Marrakech, Fez, Meknés en Rabat, en heten Koningssteden omdat ze vroeger één of meerdere malen als hoofdstad van Marokko fungeerden. In acht dagen tijd ontdekken we de diversiteit van de steden en de lokale cultuur, proeven we échte Marokkaanse gerechten en maken we een tijdreis door de geschiedenis van het land. Zo’n reis kun je op een aantal manieren maken: met een huurauto, met het openbaar vervoer of door middel van een georganiseerde reis. Wij hebben gekozen voor de laatste optie, Nederlandstalige gids incluis, en touren dus met zesendertig gelijkgestemden het Noord-Afrikaanse land door: gezelligheid gegarandeerd.

Rabat

De eerste dag, direct na de landing op het vliegveld in Casablanca, brengen we door in het meer dan duizend jaar oude Rabat, de huidige hoofdstad van Marokko. We bezoeken het Koninklijk Paleis, waar sinds 1912 de regering zetelt, en de 44 meter hoge Hassan-toren, die onderdeel zou gaan uitmaken van een moskee die uiteindelijk nooit is gebouwd. Op hetzelfde terrein is het mausoleum van Mohammed V te vinden, de eerste koning van Marokko sinds de onafhankelijkheid in 1956.

Meknès

Na één nacht in Rabat, gaat de reis door naar Meknès, dat in 1996 toegevoegd is aan de UNESCO Werelderfgoedlijst. We volgen gids Mohammed over Place el Hédime, het grote marktplein, de smalle straatjes van de medina in. Als we gevoelsmatig zo’n honderd keer naar links en rechts zijn afgeslagen, stoppen we bij een idyllische “riad”. Een riad is een traditioneel Marokkaans huis in het oude stadsgedeelte met een tuin of binnenplaats. Tegenwoordig worden deze vaak gebruikt als hotel, maar wij stoppen er nu alleen voor de lunch. Een gigantische, traditionele tajine wordt ons voorgeschoteld, waar we met z’n allen uit kunnen opscheppen. Een tajine is een Marokkaanse stoofpot, vaak van aardewerk, die bestaat uit een ronde schaal en een hoge, kegelvormige deksel. Tijdens deze lunch zit de tajine vol kruidig geurende groentes en aardappels, een traditioneel Marokkaans gerecht. Smullen!

De volgende ochtend laten we de stad voor wat het is en rijden we naar Volubilis, een oude stad uit de Romeinse tijd. Ondanks dat het voor een groot gedeelte afgebroken is, zijn er nog steeds interessante bouwwerken te zien, zoals de Triomfboog, de Basilica, het Capitool en verschillende mozaïeken.

  

Fèz

Na het bezoek aan Volubilis (klinkt als iets uit Game of Thrones, niet waar?) vervolgen we de reis naar de volgende bestemming: Fèz, de oudste Marokkaanse koningsstad en op de op twee na grootste stad van Marokko. Fèz bestaat uit drie delen: Fèz el Bali (het oude Fez), Fèz el Jedid (het nieuwe Fèz) en Ville Nouvelle, door de Fransen in het begin van de twintigste eeuw gebouwd.

In het oude gedeelte, Fèz el Bali, ook wel de oude medina genoemd, lijkt het alsof de tijd duizend jaar heeft stilgestaan. Dit stadsdeel mag eigenlijk niet overgeslagen worden tijdens een bezoek aan Marokko. Het is een doolhof van smalle steegjes en straatjes, met op elke hoek een slagerij, kruidenier of groenteboer, sommige delen overdekt en sommige in de open lucht, waar de resultaten van oude ambachten in kleine winkeltjes worden tentoongesteld. Eén van deze oude ambachten, het bewerken van leer, wordt op grote schaal uitgevoerd in Fèz el Bali. We bezoeken een leerlooierij in de openlucht, waar tientallen, zo niet honderden grote stenen bakken gevuld met gekleurde vloeistoffen staan. De geur rondom de leerlooierij is een mengeling van uitwerpselen en kadaver, en dankbaar nemen we het takje met muntbladeren aan om onder onze neus te houden tegen de lucht. Tientallen mannen slepen met huiden om deze te wassen, bewerken, verven en klaar te maken voor hun eindbestemming: een leren tas, jas of schoenen.

Ook bezoeken we deze dag een pottenbakkerij. Daar krijgen we een kijkje achter de schermen bij hoe al die prachtige, gekleurde keramieken mozaïeken worden gemaakt. Hoe? Met de hand. Alles met de hand. Steentje voor steentje uitgehakt, bijgevijld en geverfd. En alle schalen, potten en tajines die niet voorzien zijn van mozaïeken, worden met de hand geverfd of bewerkt met zilver.

In Fèz el Bali zie, proef en ruik je het échte Marokko. Onderweg pikken we ook nog wat nieuwe woorden op, zoals “balak!”, wat “opzij!” betekent. Dit wordt door de locals veelvuldig geroepen in de smalle steegjes als ze willen passeren met hun karren met handelswaar of volgepakte muilezels.

Marrakech

Na twee nachten doorgebracht te hebben in Fèz is Marrakech de volgende bestemming. Voor niet-kenners: dat is zo’n 500 kilometer. Met een bus. Door het Atlasgebergte. Reken maar uit: dat duurt wel even. Dus wordt er een overnachting gepland op de helft: zo’n twintig kilometer van de stad Beni Mellal in Hotel Tazarkount. Dit hotel bevindt zich aan de voet van het Midden-Atlasgebergte, ligt in een grote olijfboomgaard en is omringt met

palmbomen. Het uitzicht is vanuit vrijwel elke kamer fenomenaal. Hier blijven we één nacht, om de volgende ochtend vroeg door te rijden naar Marrakech. De laatste helft van de route rijden we dwars door de cederbossen van het Midden-Atlasgebergte, via het stuwmeer van El Ouidane en de prachtige watervallen van Ouzoud. Bij de watervallen leven “wilde” apen, Berberapen om precies te zijn, die dol zijn op pinda’s die ze met hun kleine handjes voorzichtig uit je hand pakken. Erg wild zijn ze dus niet. Het uitzicht bij de waterval en het landschap eromheen is wederom adembenemend.

We leggen het laatste deel van de route af en komen ’s middags aan in Marrakech. De eerste stop in deze stad is Jardin Majorelle, een botanische tuin ontworpen door de Franse kunstenaar Jacques Majorelle. Typerend is de kobaltblauwe kleur die door de hele tuin terug te zien is in tegels en bloempotten. De blauwe kleur werd later naar deze kunstenaar vernoemd en kreeg de naam “Majorelleblauw”. Na deze oase van rust gaan we dan, eindelijk maar toch, naar de drukke, wereldberoemde medina van Marrakech. We bezoeken het Djemaa el Fna-plein, waar je ogen en oren tekort komt. Voor je het weet ben je omringd door slangenbezweerders, waterdragers, kooplieden, muzikanten, acrobaten en sprookjesvertellers. Honderden kraampjes en eettentjes staan tactisch opgesteld op het plein. Het is alsof je in het decor van een sprookje uit duizend-en-een-nacht loopt. Grote wagens met verse kruiden in gekleurde zakken en lange tafels vol verse aardbeien of muntbladeren staan her en der door de medina.

In het okerkleurige en uit rode leem opgetrokken Marrakech heb je uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Atlas. In deze stad is er de hele dag van alles te doen, te zien en te beleven. Botanische tuinen, prachtige paleizen en natuurlijk de door UNESCO tot Werelderfgoed uitgeroepen medina. Te bezoeken zijn onder meer de Saadische graven, het Bahia paleis en de Koutoubia-moskee. Wat ook leuk is om te doen? De (mierzoete!) muntthee drinken op een van de dakterrassen van kleine restaurantjes.

Casablanca

De reis eindigt in havenstad Casablanca, waarvan we delen van de stad herkennen uit films als “Casablanca” en “Prince of Persia”. Hier staat de imposante Hassan II-moskee, de enige moskee in het land die te bezoeken is voor toeristen. Ook Casablanca, wat letterlijk “wit huis” betekent, heeft een indrukwekkende oude medina, die omringt is door een grote stadsmuur en waar een enorm aanbod aan winkeltjes te vinden is.

Met deze laatste stop in Casablanca, komt er een eind aan deze fantastische reis. Na acht dagen Marokko ontdekt te hebben, is het tijd om terug naar Amsterdam te vliegen vanaf Casablanca Mohammed V International Airport. Wat is er onwijs veel te zien, te doen, te proeven en te beleven in dit Noord-Afrikaanse land. Voor iedereen die de Westerse vakanties voor een keer achter zich wil laten en zich versteld wil laten staan door een andere cultuur, is Marokko een échte aanrader. “Shukraan, Marokko!”, bedankt, Marokko!

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: