‘Een geit is geen product, maar een levend wezen’

In het Friese Jubbega staat de geitenboerderij van Doetie Trinks. Rondom haar boerderij grazen zo’n vijfenzeventig Toggenburger geiten. Zij leveren de melk voor de kaas die Doetie dagelijks maakt in haar eigen kaasmakerij. De bijzondere kazen met namen als Lytse Witte, Swarte Toer, Geiteleafde en Grutte Grize, worden onder andere geleverd aan sterrenrestaurants door heel Nederland.

Steun en toeverlaat
Als ik rond 11.00 uur bij de geitenboerderij van Doetie Trinks (46) aankom, is het net tijd voor koffie. De geitenboerin heeft er al een hele ochtend op zitten. Want werken op een boerderij zorgt er elke dag voor dat je wekker vroeg gaat. ‘Mijn dag begint om half zes met het melken van mijn geiten. Er is altijd genoeg te doen’, begint ze enthousiast uit te leggen, terwijl ze melk voor de koffie aan het kloppen is. ‘Ik ben een boerendochter en had als kind al geiten. Bij die dieren vond ik altijd mijn steun en toeverlaat als ik niet lekker in m’n vel zat’, zegt Doetie. ‘Ook als klein meisjes molk ik de geiten waarvan van de melk naar de kalfjes ging.’ Een mooi leven dat haar best beviel. Helaas kon ze het bedrijf van haar vader niet overnemen. ‘Ik wilde heel graag boer worden, maar als dochter was ik gewoonweg geen serieuze overnamekandidaat. Het was uiteindelijk mijn jongere broer die het bedrijf overnam van mijn vader. En sowieso was ik misschien ook wel te kritisch op zijn manier van werken. Bijvoorbeeld over de niet natuurlijke manier waarop ze met de dieren omgingen. Ik had het gevoel dat ik er een beetje buiten werd gehouden.’

Bij de dieren vond ik altijd mijn steun en toeverlaat

Een eigen boerderij
Doetie besloot een andere weg in te gaan Na de middelbare school besloot ze, in navolging van haar tante die medisch analist was, de lagere én hogere laboratoriumschool te gaan volgen. Jarenlang werkte ze op de Universiteit Utrecht als onderzoeker en verhuisde ze later naar Londen voor een baan bij een kankerinstituut. ‘Het was enorm interessant, maar ik was daar niet op mijn plek. Ik stond te ver van de natuur af. Ik fietste naar mijn werk door het drukke verkeer met een mondkapje voor en op kantoor zat ik in de aircolucht onderzoek naar kanker te doen. Op dat moment dacht ik: we draaien helemaal door, waar is de basis? Ik miste het buitenleven. Het ging niet meer, het stond me steeds meer tegen.’

Nooit geld verdienen?
Terug in Nederland bleef het boerenbestaan kriebelen. Na diverse baantjes en het volgen van cursussen nam ze uiteindelijk het besluit om een geitenboerderij te starten. Voordat ze voor Jubbega koos, keek ze rond in het buitenland. ‘Je moet als ondernemer best wat kapitaal meebrengen en in Nederland was het bijna onmogelijk om een bedrijf met voldoende land te kopen.’ Frankrijk, Noorwegen, Denemarken en Duitsland passeerden de revue, maar uiteindelijk kwam er een vervallen boerderij in Jubbega op haar pad. ‘Als geboren Friezin ben ik toch het liefst in Friesland, anders word ik nooit gelukkig, was de gedachte.’ Op de boerderij – die ze nog steeds aan het opknappen is – schafte ze, geheel tegen het advies van mensen om haar heen, zes Toggenburger geiten aan. ‘Het eerste wat mensen zeiden, was dat ik met geiten nooit mijn geld zou kunnen verdienen. En dan dacht ik altijd: dat zullen we nog wel zien!’

Sober geitenleven
En zo bleek. Van de zes geiten bij de start van het bedrijf grazen er inmiddels vijfenzeventig rond de boerderij van Doetie. En dat zijn niet zomaar geiten. ‘Het is een ras dat heel anders is dan de bekende witte melkgeit’, legt ze uit. ‘De Toggenburger is een geit die heel sober leeft, sterk is, vaak buiten kan zijn en eigenlijk nooit ziek is. De horens zijn van groot belang voor een evenwichtige gezondheid van de geit en daardoor voor melk van hoge kwaliteit.’

 

(H)eerlijker rauwmelkse kazen
En kaas maken doet Doetie helemaal op haar eigen manier, vertelt ze terwijl ze me meeneemt naar de kaasmakerij achterin de boerderij. ‘Na het melken van de geiten maak ik van de melk verschillende rauwmelkse kazen. Deze zijn dus niet gepasteuriseerd. Dat betekent dat de melk niet gekoeld of verwarmd wordt en dat de melk zoveel mogelijk intact blijft. Als je rauwe melk hebt van dieren die gezond leven en niet opgejaagd worden tot een hoge productie, dan heb je in die melk wel veertig soorten melkzuurbacteriën die zorgen voor geweldige smaken.’ Van de melk maakt ze vervolgens halfharde kazen met een natuurgerijpte kaas korst. Die onder andere wordt gevormd door ze een pekelbad te geven en te persen. Het maken van de korst is op deze manier behoorlijk arbeidsintensief, maar ook terug te vinden in de smaak van de kaas.

Meteen een succes
De kaasjes, zoals genoemd de Lytse Witte, Swarte Toer, Geiteleafde en Grutte Grize, hebben allemaal een eigen smaak en structuur. Ze zijn te koop door heel Nederland en worden vooral bij restaurants verkocht. Ook staat Doetie op markten in Noord-Nederland. Maar hoe zorgt ze ervoor dat de kazen de weg vinden naar de consument? ‘Op één of andere manier was het heel snel bekend dat we goeie kaas maakten’, aldus Doetie. Eén van de contacten liep via Martin Schyns van Kobunder die elke week met zijn kaas op de Zuidermarkt in Amsterdam staat, een echte kleinschalige boerenmarkt met streekproducten uit de regio. Ze vervolgt: ‘Op een keer nam hij ook mijn kaasjes mee en die waren meteen ook een succes. Ook werden ze ontdekt door de culinaire groothandel Lindenhoff, die eveneens op de Amsterdamse markt te vinden is. Zij voegden mijn kaasjes al vrij snel toe aan hun assortiment, waarna ook andere partijen mijn kaas gingen verkopen. En als je je eenmaal in die culinaire wereld zit, dan verspreidt zich dat als een lopend vuurtje. Dat is echt mijn geluk geweest en daar profiteer ik elke dag weer van. Het is leuk om de wind in zeilen te voelen.’

Landbouw veranderen
Ondanks dit succes blijft de geitenboerin nuchter. Naast het maken van heerlijke kazen ziet ze haar werk nog op een andere manier. ‘Ik zou het prachtig vinden als ik met mijn manier van werken de kleinschalige landbouw een beetje kan stimuleren en andere boeren kan inspireren. Het zou mooi zijn als we leren begrijpen dat dieren ook een ziel hebben en gevoel kennen en dat we daarvoor een goede prijs betalen. Het is geen product, maar een levend wezen. Daar mogen we wel eens wat meer bij stil staan.’ Doetie heeft dan ook een mooie ambitie: ‘De landbouw veranderen. Door bijvoorbeeld nog een kleinschalige boerderij te beginnen of een rol te spelen in de ontwikkeling van meerdere kleinschalige boerderijen. Niet om allemaal zelf te runnen, maar als het goed gaat ook andere boeren te helpen met het zien van mogelijkheden en eventueel de financiering. Dan help je mensen op weg, dat zou ik echt geweldig vinden.’

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: