Daphne Deckers: ‘Model zijn was leuk, maar niet waar ik altijd van droomde’

Alles wat schrijfster, model, Bond-girl en presentatrice Daphne Deckers (50) aanraakt lijkt meteen in goud te veranderen. Ze won een modellenwedstrijd, heeft in Milaan, New York, Tokio, Los Angeles en Miami gewoond, presenteerde meer dan vijftien verschillende televisieprogramma’s, heeft meer dan twintig boeken geschreven en verkocht er zelfs 1,3 miljoen. Onlangs kwam haar boek Dubbel zes uit. Reden genoeg om met de creatieve duizendpoot om tafel te gaan!

Laten we bij het begin beginnen. Je studeerde Communicatie in Utrecht en besloot mee te doen aan een modellenwedstrijd. Deze won je en zo is het balletje gaan rollen: het begin van een succesvolle modellencarrière. Was die ambitie om model te worden er al langer?
Nee, helemaal niet zelfs. Nu is alles veel internationaler geworden, en daarmee ook bereikbaarder: ieder meisje kent Doutzen Kroes. Maar in mijn studententijd was modellenwerk nog iets heel exotisch: was dat echt iets wat je kon dóen? Met de bewuste wedstrijd kon je een scooter winnen, en ik moest best ver naar college fietsen. Dus ik dacht met jeugdige overmoed: een scooter, hoe handig zou dát zijn? Ik werd echter tweede en kreeg… een pennenset. Het universum wist toen al dat ik eigenlijk schrijver wilde worden, haha! Ik kreeg wel een contract bij een modellenbureau, en toen bleek al snel dat ik met dat werk veel meer kon bijverdienen dan met terrassen lopen. Binnen een jaar reisde ik zoveel dat ik mijn studie even op pauze heb gezet. Maar ik heb ‘m nooit meer afgemaakt.’

Hoe zou jouw leven gelopen zijn als je dat modellencontract niet had gekregen?
Tja, dat is gissen, natuurlijk. Ik was na mijn vwo Communicatie gaan studeren omdat ik schrijver wilde worden, en die richting leek me gevarieerder dan Nederlands. Op de middelbare school had ik al tv-programma’s gepresenteerd bij Veronica; ik was één van de eerste Club Veronica Kids die een opleiding kregen tot televisiemaker. Dus ik was altijd van plan om iets in deze richting te gaan doen: schrijven, tv, film, theater. Als ik het over kon doen, was ik misschien naar de Kleinkunst Academie gegaan, maar ja, dat deed niemand bij mij in de familie. Iedereen studeerde en promoveerde, dus dat pad volgde ik ook heel braaf. Maar toen ging ik opeens met het circus mee, haha!’

Als ik het over kon doen, was ik misschien naar de Kleinkunst Academie gegaan

Hoe bepalend is jouw modellencarrière voor de rest van je carrière geweest?
Het heeft me kosmopolitischer gemaakt. Ik kom uit het kleinste dorp van Nederland en wij hadden het thuis niet zo breed. Heel soms gingen we met caravan naar Spanje, maar veel verder was ik niet geweest. Als model woonde ik opeens in Tokio, Milaan en Parijs. Ik deed veel badpakken en bikini’s, en die werden op eilanden gefotografeerd die ik alleen uit Bounty-reclames kende: de Seychellen, Mauritius, het Caribisch gebied. De eerste jaren wist ik gewoon niet wat ik meemaakte. Ik sprak Frans en Italiaans, woonde in een appartement in New York. Maar na een tijdje kwam ik weer bij zinnen: dit was leuk, maar het was niet waar ik altijd van had gedroomd. Want dát was het schrijven van boeken.’

Je geeft aan dat je de ambitie om schrijfster te worden altijd hebt gehad, mede door je boeken van je moeder. Als je nu terugkijkt op je carrière als schrijfster, is er dan iets wat je anders had willen doen?
Nee, eigenlijk niet. Ik schreef al columns op de middelbare school voor Club Veronica Magazine, en in mijn modellentijd vertaalde ik artikelen uit de Duitse Cosmopolitan voor de Nederlandse editie. Ik verkocht ook eigen stukken over mijn ervaringen als model, en daaruit vloeide mijn eerste boek voort. Toen ik dat boek ging promoten op Veronica Radio, zeiden ze: maar we kennen jou toch, van vroeger? Toen lieten ze me weer een auditie doen, en ben ik begonnen met het presenteren van een hele reeks tv-programma’s voor Veronica. Zo rolde ik steeds van het één in het ander. Ik kreeg een column in Viva, en nadat lezers mijn zwangerschapservaringen leuk bleken te vinden, schreef ik De Geboorte van een Moeder, het zwangerschapsboek dat nu nog stééds (ongelooflijk maar waar) verkoopt. Zo is mijn schrijfcarrière echt van de grond gekomen. Het lijkt misschien of alles van een leien dakje is gegaan, maar tussen Club Veronica en nu zit een periode van 35 jaar hard werken.’

Daphne Deckers – Foto: Yvette Kulkens

Je laatste boek, Dubbel zes, schrijf je over een hoofdpersoon die alles kwijtraakt. In hoeverre is dat gebaseerd op eigen ervaringen?
Ik wilde graag een boek schrijven met een mistaken identity, dus dat de hoofdpersoon zich uitgeeft voor iemand anders. Dat levert veel spanning en komische situaties op. Maar terwijl ik Dubbel zes aan het uitdenken was, besefte ik dat mijn vader niet meer lang zou leven. Mijn kinderen deden eindexamen en gingen het huis uit, en ik stopte na bijna tien jaar met RTL Boulevard. Dus ik wilde graag een comedy schrijven, maar ik voelde zoveel ondertonen van afscheid en verandering in mezelf, dat ik niet anders kon dan die in Dubbel zes verwerken. Het is nog steeds een comedy, maar ik heb al van heel veel lezers gehoord dat ze er ook om moeten huilen.’

Wat vond je het leukst en het lastigst aan het schrijfproces van Dubbel zes?
Ik houd zoveel van schrijven; het is echt mijn grote liefde. Hoewel ik nu graag zou zeggen “dat het niet voelt als werk” is het dat natuurlijk wel degelijk. Voor de 481 pagina’s van Dubbel zes heb ik twee jaar in mijn tuinhuisje gezeten. Daar krijg je niet alleen een vierkante kont van, ik miste ook mijn collega’s van RTL. Ondertussen verhuisde mijn dochter Emma naar Los Angeles, en mijn vader overleed aan vasculaire dementie. Ik vond het vreselijk om hem steeds iets verder van ons weg te zien glijden. Mijn hoofd zat erg vol. Soms was het schrijven een fijne afleiding, maar soms vond ik het ook moeilijk om aan een comedy te werken. Toen het af was, heb ik ongelooflijk gehuild; alles kwam eruit. Ik ben echt trots op het resultaat, en dan vooral vanwege de weg er naartoe.’

Toen het boek af was heb ik ongelooflijk gehuild; alles kwam eruit

Je hebt veel verschillende boeken geschreven, van romans tot kinderboeken en van autobiografische boeken tot columnbundels. Zit er in al deze verschillende boeken een terugkerend thema?
‘Ja, humor. Ik probeer mijn lezers hardop te laten lachen. Of het nu over bevallen gaat of over opvoeden, over puber-perikelen of over moeilijke periodes in je leven: ik zoek altijd de herkenning, de kwinkslag, de komische overdrijving of de relativering. In mijn romans creëer ik het liefst een verhaal met veel vaart dat je niet neer kunt leggen. Dat je er vanaf pagina één meteen in zit, en dat je het uit móet lezen omdat je wilt weten hoe het verder gaat.’

In sommige boeken, zoals Sterrenstof, en je columns vertel je veel persoonlijke dingen. Vind je het spannend om jezelf zo bloot te geven aan kritisch Nederland?
‘Nee, helemaal niet. Mijn ervaring is juist dat mensen zichzelf in je herkennen wanneer je eerlijk bent over je worstelingen en je gevoelens. Met mijn opvoedboeken (die er vooral over gingen dat ik óók niet wist wat ik nu precies stond te doen) wilde ik moeders graag op een grappige manier een hart onder de riem steken. Serieuze opvoedboeken zijn er immers al genoeg. In Sterrenstof, het essay dat ik schreef voor de Maand van de Spiritualiteit, heb ik echt al mijn emoties op tafel gelegd over de puberteit en het lege nest. Het is misschien wel het meest persoonlijke dat ik ooit heb geschreven. Bijna iedere dag word ik aangesproken op mijn columns. Dat vind ik zó leuk. Schrijven is een eenzaam beroep, en er is voor mij niks leukers dan op boektour gaan en mijn lezers ontmoeten. Dankzij hen kan ik iedere keer weer een nieuw boek maken.’

Zijn er ook dingen die je niet deelt met je lezers?
Natuurlijk. Maar die ga ik ook nu niet delen, haha!’

Daphne Deckers – Foto: Yvette Kulkens

Waar hou je je nu voornamelijk mee bezig?
‘Mijn vorige roman, Alles is zoals het zou moeten zijn, wordt de komende maanden verfilmd; met in de hoofdrollen Jan Kooijman en Barbara Sloesen. Dat is echt een droom die uitkomt. Van De Matroos in de Doos, één van mijn kinderboeken, is ooit een theaterstuk gemaakt en dat vond ik al geweldig. Maar een bioscoopfilm is natuurlijk een cadeautje. Ik kan niet wachten! En ik ga natuurlijk vaak op de set kijken. Ik ben deze zomer ook kandidaat in het RTL-programma Het Perfecte Plaatje, waar je allerlei fotografie-opdrachten moet uitvoeren. Toen ik na twee jaar uit mijn tuinhuisje kwam, leek me dat erg leuk om aan mee te doen. Maar fotograferen is verdraaid moeilijk en de opdrachten zijn erg spannend, dus ik heb geen idee na hoeveel afleveringen ik word weggestemd. Na de zomer ga ik weer aan een nieuw boek beginnen. Ik heb een idee voor een korte verhalenbundel en voor een kinderboek, maar misschien schrijf ik wel een vervolg op Alles is zoals het zou moeten zijn.’

Hoe combineer je al je activiteiten?
‘Gewoon opstaan en aan het werk gaan, zoals iedereen. Nu Emma in Los Angeles woont en Alec veel internationale tennistoernooien speelt, heb ik meer ruimte gekregen om mijn eigen tijd in te delen. Dat was een hele omschakeling na twintig jaar moederen, maar inmiddels ga ik er steeds meer de voordelen van inzien, haha!’

Wat vind je ervan dat Alec in de voetsporen van zijn vader treedt (proftennisser Richard Krajicek) en je dochter in die van jou met haar modellencarrière en verhuizing naar Los Angeles?
Ze hebben allebei niet de makkelijkste weg gekozen. Alec is in korte tijd erg lang geworden. Hij is al eens Nederlands kampioen geweest, maar het afgelopen jaar heeft hij met blessures te kampen gehad. Hij blijft echter positief, want tennissen is wat hij het liefste doet. Richard en ik ondersteunen onze kinderen zo goed als we kunnen. Maar we hebben altijd gezegd: niemand komt je wat brengen; je moet het allemaal zélf gaan halen. Ik heb in mijn leven her en der wat geacteerd: in een Nederlandse speelfilm, een Amerikaanse mini-serie en zelfs in een James Bondfilm. De producers hadden me op de tribune zien zitten toen Richard Wimbledon won, en toen mocht ik een auditie doen. Hoe grappig is dat? Maar serieus is het natuurlijk niet. Dat doet onze Emma anders. Zij is na haar vwo The American Academy of Dramatic Arts gaan doen, en ze woont nu in LA, waar ze audities doet en zang- en dansles neemt. Ze pakt het grondig aan, en daar ben ik onwijs trots op.’

Jullie zijn een sportief gezin. Welke sporten worden er, naast tennis, allemaal nog meer door jullie gedaan?
‘Ik ben veruit de minst sportieve. Vroeger noemde ik mezelf de HB’er, van Halen/Brengen: hockey, tennis, dansles, kickboksen, bardienst, rij-ouder, fruitmoeder. Richard golft graag maar hij fietst nog liever: rondjes provincie, bergetappes, de Mont Ventoux. Ik heb mijn GVB, maar ik heb erfelijke artrose en vooral mijn handen zijn aangedaan: het vasthouden van clubs gaat me helaas niet meer goed af. Richard is ook al eens naar Base Camp I gelopen van de Mount Everest, en dit najaar gaat hij met Emma wandelen in Nepal. Ik beperk het tot relaxt wandelen en fitness. Met mijn trainer werk ik vooral aan mijn houding en mijn spiertonus.’

Hoe ziet jouw leven eruit over tien jaar?
‘Ik kijk niet graag zo ver vooruit. Het leven weet je toch altijd te verrassen. Ik hoop dat we allemaal gezond blijven, en dat iedereen doet waar hij of zij gelukkig van wordt. Als je dat hebt, dan heb je toch eigenlijk alles?’

Tekst: Sharon Bremer  | Fotografie: Yvette Kulkens

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: